Tickets

Niet zomaar een ijslaag

15 november 2023

Binnen onze gemeente zijn er veel functies. Bij de ene baan kun je je misschien meer voorstellen dan bij de andere. Maar verrassend kan het altijd zijn. In de rubriek Bijzondere Beroepen vertellen collega's over hun werk en wat het zo uniek en leuk maakt. Dit keer is dat Jan Bekkers. Hij werkt als ijsmeester bij het Sportbedrijf.

Met 3 mooie schaatsbanen heeft het Sportbedrijf veel te bieden. Naast recreatief schaatsen en schaatslessen, is er ruimte voor onder meer ijshockey, curling en shorttrack. Maar het is ook de plek voor de kwalificatiewedstrijd van het WK Kunstschaatsen. En in 2025 komen daar internationale shorttrackwedstrijden, zoals World Cups en Europese Kampioenschappen Shorttrack bij. Toeval? Nee. De kwaliteit van het ijs speelt daarbij een belangrijke rol. En die is van topkwaliteit. Daar doen Jan en zijn 3 collega's dan ook hun uiterste best voor. En wat komt daar veel bij kijken.

Niet zomaar een ijslaag

Een standaard ijslaag bestaat niet. Dat blijkt al snel als Jan begint te vertellen vanaf de middenstip in het domein van Tilburg Trappers. “Ik durf te zeggen dat wij hier, in ieder geval landelijk, de beste ijshockeybaan hebben. We krijgen vaak complimenten over ons ijs. Ook van teams uit Duitsland, waar de Trappers veel wedstrijden spelen en ijshockey veel groter is. De Canadese coach van de Trappers complimenteert ons ook regelmatig. Als hier een puck (harde zwarte schijf bij ijshockey; red.) keihard tegen de rand klapt, dan ketst die recht over de baan terug. Zo vlak is de baan hier. Bij andere banen vliegt de puck de lucht in. Al onze banen zijn van topkwaliteit. We zijn er heel trots op dat 6 schaatsers uit de top 10 van de wereld, hier hun beste puntenrecord hebben gereden. En dat de WK Shorttrack hier naartoe komt, dat is echt een eer.” 

Het geheim van de ijsmeester

De ijslaag op de banen is zo'n 3 tot 4 centimeter dik. Jan: “Hieronder ligt een grijze betonvloer. Laagje voor laagje brengen we daar jaarlijks een nieuwe ijslaag op aan. Dat hebben we in 5 dagen voor elkaar. Er gaat dan 56 kuub water doorheen. In plaats van te verven, verwerken wij 7 zakken kalk à 25 kg door het water en sproeien dat met een machine op de baan. Zo krijg je een mooie witte ijslaag. Onze geautomatiseerde, elektrische dweilmachine is volledig digitaal met allerlei knopjes. Zo kun je tot in detail en op maat van alles regelen, zoals minder of meer sproeien of schaven. Ook het vervangen van de vlijmscherpe messen hoeft niet meer handmatig. Een stuk veiliger en sneller. Elke week worden de messen geslepen. Van deze machine zijn er maar 2 in de wereld. De andere staat in Noorwegen. Voor het frezen van de zijkanten van de baan hebben we een robot die op laser werkt. Die zorgt ervoor dat er over de gehele baan niet meer dan 0,3 mm verschil is in ijsdikte. En de ijsdikte controleren we wekelijks.” 

Het lijnenspel

De aanleg van alle lijnen en stippen op de banen blijkt een vak apart. Met een achtergrond als timmerman en 4 jaar technische dienst bij T-kwadraat, komen zijn creativiteit en handigheid goed van pas. “Als technische man vind ik het heel leuk om te kijken hoe we nog nauwkeuriger en handiger kunnen werken. Zie je bijvoorbeeld dat donkere streepje hier onder het ijs? Dat is een ingevroren touwtje. Het geeft de hoofdlijn aan van de ijshockeybaan. Van daaruit kunnen we alles makkelijk en goed uitmeten. De maten van de belijning zijn zo belangrijk. Ik ken ze allemaal uit mijn hoofd. Voor curling is dat bijvoorbeeld 4,75 meter breed x 17,57 meter lang. En zo heb je er veel meer, zoals de aanvalsvakken voor ijshockey. Al die lijnen en cirkels die je op het ijs ziet, zijn doeken en een soort crêpepapier. Die leggen we vast met een plantenspuit. En aan de zijkanten heb ik in de afrastering een klein sneetje gefreesd. Dat ziet niemand, maar zo is gelijk duidelijk op welke hoogte welke lijn moet komen", vertelt Jan trots.

Meters maken

“Mensen vragen wel eens om even de baan te vegen. Maar zo eenvoudig werkt dat niet. Wij hebben een strak dweilschema, waarvan we niet kunnen afwijken. Sterker nog, als een baan 2 minuten later vrij is dan gepland, dan kunnen wij in de problemen komen. Als je bedenkt dat we 20 keer op een dag 3 ijsbanen moeten dweilen, dan begrijp je waarom de planning zo strak is. Per keer hebben we daar 7 minuten voor. We hebben hier veel te maken met verhuur. Na elke groep krijgt de baan een dweilbeurt met 900 liter water. We schaven een stukje van het ijs, waarna er water overheen gaat. Zo heeft elke gebruiker steeds op tijd een mooie, gladde baan. Dagelijks lopen we zo'n 10 tot 15 kilometer tussen de 3 ijsbanen, om dat allemaal tijdig voor elkaar te krijgen.” 

Passie

Jan kan blijven vertellen over zijn mooie vak. “Het is zo afwisselend. Niet alleen met de ijsopbouw, het onderhoud en het dweilen. Je ontmoet ook veel mensen. En we werken op diverse tijden, ook in het weekend en tot 01 uur 's nachts.  Samen met een fijn team zorgen voor onze 3 ijsbanen, dat is echt een passie. En als er even geen ijsbaan is, dan is er genoeg te doen qua onderhoud. Hij doet het werk nu 5 jaar. “Ik weet nog dat ik in het begin bij het dweilen van de baan na de warming up van de Trappers wel met een verhoogde hartslag in de wagen zat", lacht Jan. Met publiek erbij was dat toen best even spannend. Inmiddels voelt hij zich er als een vis in het water.”